maandag 26 juli 2010

Het fenomeen Mart Smeets

Mart Smeets, wie kent hem niet. You either love him or hate him en ik val in de laatste categorie, kan ik je meedelen. Niet omdat hij mij persoonlijk iets heeft aangedaan, maar gewoon omdat ik het een misselijk mannetje vind. Kan hij natuurlijk niks aan doen, is mijn opvatting van hem als persoon. Zal ook nooit veranderen ben ik bang.

En toch, toch kijk ik tijdens die 3 weken in het jaar dat de Tour de France door Frankrijk en omstreken trekt naar de Avondetappe. Met inderdaad die misselijkmakende Mart Smeets. Want ondanks dat ik niks van die man moet hebben, vind ik zijn tafelgasten veelal wel interessant. Al begrijp ik niet altijd waarom men bij hem aan tafel wil zitten want dat hij denigrerend tegen zijn tafelgasten kan zijn, staat voor mij als een paal boven water. Want het maakt niet uit of je al een keer of 10 de Tour de France hebt uitgereden met een geweldig resultaat, je bent en blijft altijd ondergeschikt aan de machtige Mart.

De machtige Mart, die iedere avond ook nog eens mijn afschuw opwekt vanwege de vele nietszeggende pasteltint overhemden. Met daaronder dan ook weer zo’n saai afgezaagd wit t-shirtje. Enerzijds is dat maar goed ook, want je wilt toch niet denken aan een Mart met een overhemd half open zonder zo’n wit shirtje eronder? Pasteltintoverhemden die menig man misschien wel goed zouden staan, maar Mart niet. Mart is dik, te dik eigenlijk en zo’n pastelletje maakt hem er niet slanker op en zeker niet als het overhemd dan ook nog eens bestaat uit een veelvoud van pastelkleurige vlakken. Geen idee wie de styling doet bij de Avondetappe, maar dat ze de plank volledig misslaan is wel duidelijk. En gelukkig ben ik niet de enige die daar zo over denkt. Via internet (Twitter) zie ik veel berichten vol afschuw voorbij komen over de shirts van Mart. En wat is er nog erger dan een pasteloverhemdje? Een pasteloverhemdje waar je de vouwen nog in ziet zitten. Niet de vouwen van het dragen, maar de vouwen van de verpakking waar dat overhemd ooit in heeft gezeten.

Goddank is de Avondetappe weer afgelopen voor dit jaar en kijk ik alweer vol afgrijzen uit naar het schaatsseizoen, waar Mart ook geregeld de verslaggeving van doet.

vrijdag 23 juli 2010

Lousy housecleaner

Het huishouden doen en ik liggen elkaar niet zo. Waarom? De stofzuiger en ik zijn dan inmiddels wel weer on speaking terms, maar de stoomreiniger, zeem, poetsdoek en Swiffer en ik zijn dat nog allerminst. Om nog maar niet te spreken van de strijkstapel en de wasmand. En zeg nou zelf, met temperaturen als die we de laatste weken hadden wil je toch ook niet schoonmaken? Ik bedoel, wat heeft het voor zin als ik nog natter word van het zweet, dan het huis van de zeepsop.

Maar dat het huis nodig een flinke huishoudelijke beurt nodig heeft, is nog een understatement. Onder andere de vloeren moeten weer gezogen en gedweild worden, de strijkkamer annex logeerkamer moet uitgemest worden, de glazen douchedeur moet hoognodig ontkalkt worden want inmiddels het is melkglas geworden in plaats van helder glas en de rest van het huis moet opgeruimd worden. Ik heb nog getracht hulptroepen in te schakelen, maar zelfs poetsfanaat @Francine1980 was er niet voor te porren. Een beetje teleurstellend, dat wel. Maar onverwacht? Nee, dat absoluut niet. Ik zou het immers ook nooit bij een ander gaan doen. Better yet, doe het bij mezelf thuis al niet graag.

Maar hoe komt dat toch dat de ene vrouw (of man, van die discussie wil ik dan af zijn) het wel kan opbrengen om minstens 3x per week de vloer te dweilen, maar ik eens per half jaar al een crime vind? Maakt dat mij lui? Nee, dat is niet de juiste vraagstelling, want ja, ik weet het, ik kan best lui zijn. Maar heeft de desinteresse voor het huishouden nou echt met mijn luiheid te maken? Nee, dat denk ik niet. Ik vind het huishouden doen gewoon niet leuk. Punt uit. Klaar. Einde discussie. Ik k er niets aan doen, maar ik heb de schoonmaakgenen van mijn moeder nu eenmaal niet overgenomen. Die is ook niet vies van iedere week een flinke schoonmaakbeurt of twee.

Ben ik per definitie dan een slechte moeder omdat ik mijn kind laat opgroeien in een huis wat niet glimt van de sop? Nee, dat lijkt mij niet. Toch? Ben ik per definitie een slechte echtgenote omdat ik er niet voor zorg dat het huis glimt als manlief thuis komt uit het werk? Nee, ook dat lijkt mij niet. Maar wat ben ik dan wel? Nou in elk geval een lousy housecleaner, that’s for sure

Een heerlijk welverdiend relaxdagje

Gisteren was het zover: Wellnessresort De Veluwse Bron waar vriendinnetje C. en ik van een welverdiende relaxdag gingen genieten. Je kent het wel, zo'n dagje waarin je heerlijk met elkaar kunt bijkletsen over van alles en nog wat zonder dat de mannen erbij zijn. Zo'n dagje waarbij je ongegeneerd wordt aangestaard door mede bezoekers. Zo'n dagje waarbij je zelfs in de stilte sauna je waffel geen seconde dicht kunt houden. En vooral een dagje waarbij alle laatste roddels de revue passeren en je heerlijk over alles en iedereen kunt gaan klagen. Nou zo'n dagje hadden C. en ik gisteren dus. C. kwam me al vroeg halen in haar heerlijke bolide. Scheurend over de snelweg als twee Gooise dames inclusief grote zonnebril in haar zilveren Mercedes cabrio. Da’s toch wel even ander koek dan het Peugeot 206je dat ik gewend ben. Ik voel me dus meteen uitermate belangrijk als ik daar met open dak en wind in de haren langs het overige verkeer vlieg. Heerlijk keuvelend over luchtige zaken, maar ook over de serieuze dingen des levens en de obstakels die in het leven op ons pad komen en zijn gekomen.

We genieten de gehele dag van heerlijke warmte in zowel de tuin van het centrum, als van de sauna’s, hammambehandeling, opgietrituelen en stoombaden. Vriendin C. is nog het meest lyrisch over het zwembad met onderwatergeluid. Nee, niet het geluid alsof je onder water bent, maar gewoon echte muziek die alleen onder water te horen is. Hoe gaaf is dat?

Als we op het terras heerlijk zitten te keuvelen, hoor ik een vrouw achter ons aan de serveerster vragen of die ene knappe donkere jongen nog in de keuken werkt. Het meisje haalt haar wenkbrauw op en vraagt over wie ze het heeft. “Nou Dion. Hij heeft donker haar, is knap en niet zo heel groot”, antwoordt de vrouw weer. “Zeg maar dat zijn nicht er is”, waarbij haar man haar bijvalt met de mededeling dat het zijn tante is en niet zijn nicht. Vriendin C. en ik kijken elkaar lachend aan en ik draai me nog iets meer zodat ik meer van dit gesprek kan volgen. “Ik ben de zus van zijn vader” gaat mevrouw door. De serveerster gaat naar binnen en komt even later weer terug. “Dion zei u toch? Die werkt hier niet. Weet u zijn achternaam?” Waarop de vrouw een voor mij onverstaanbare achternaam brabbelt en waarop de serveerster meteen reageert “Oh u bedoelt Niels. Ja, die werkt hier” en ze loopt weer naar binnen. C. en ik moeten nog harder proberen ons lach in te houden want het enkele feit dat je niet weet of je zijn nicht of zijn tante bent, is al hilarisch te noemen, maar dat je ook zijn naam niet weet, is nog lachwekkender. Ik hoor de man en vrouw achter ons praten en mijn blik gaat naar de entree van het gebouw. Daar zie ik de serveerster met een man staan praten en wijst richting het echtpaar. Zij hebben het niet door, maar ik wel. Hij tuurt naar het stel en haalt zijn schouders op en loopt weer naar binnen. C. en ik moeten nu echt ons gezicht in de plooi trekken. De neef van het echtpaar komt ook niet meer naar buiten en na een minuut of 10 staat het echtpaar op en loopt weg. Nu kunnen C. en ik pas echt voluit in lachen uitbarsten …